Vlinder- en bijenplanten in de tuin

In alle klimaatsveranderingen van deze tijd, willen we meer dan ooit de aandacht vestigen op bloeiende planten die het meest geschikt zijn om in je tuin aan te planten, om de diversiteit van bijen en (nacht)vlinders zo optimaal mogelijk te behouden en het liefst uit te breiden. Zowel de nectar producerende-, als de waardplanten.

Waarom? Planten en hun fotosynthese, zijn al honderden miljoenen jaren aanwezig op de planeet. Ze zorgen voor ons voedsel, medicijnen, kleding, zuurstof, warmte, onderdak en indirect nog veel meer. De bloeiende plant is in een langdurig samenspel op zijn bestuiver afgestemd in een symbiose die betekend dat ze wederzijds afhankelijk van elkaar is.

Dit is zo geëvolueerd omdat de plant in kwestie zeker wilde zijn dat zijn bestuiver het stuifmeel op een plant van de zelfde soort zou gaan brengen. Dit was heel handig, enerzijds werd het voortbestaan beter gewaarborgd, echter aan de andere kant werd deze relatie daarmee tevens kwetsbaarder want op het moment dat de plant uitstierf werd ook daarmee zijn bestuiver met uitsterven bedreigd, en vise versa, bijvoorbeeld door klimaatsveranderingen. Gelukkig past de natuur (lees evolutie) zich in miljoenen jaren steeds weer aan en zijn relaties in de natuur, niet rechtlijnig maar als een web. Echter worden onze klimaatsverschuivingen dit keer niet door de natuur veroorzaakt maar door de mens en gaan wel erg snel. De bedreiging van soorten speelt zich op vele vlakken tegelijk af. Heel het leven op aarde is afhankelijk van de bloeiende planten, en dus de bestuivende insecten en vlinders.

Door deze specifieke onderlinge relaties van plant en bestuiver zullen we, ondanks door import van vele uitheemse bloeiende planten, onze inheemse insecten niet helemaal precies kunnen voeden (ook veel rupsen zijn monofaag en lusten maar 1 soort plant) maar geven wel de insecten die mogelijk ook door het veranderende klimaat mee hierheen verhuizen voedsel. Wat het gevolg op de lange termijn daarvan is weten we niet, vele scenario’s zijn denkbaar. Het is dus een lastige vraag: moet je nou juist inheems aanplanten of maakt dat niets uit. We denken: van beide wat (dat eerste draaien we sowieso niet terug) maar voorál inheems. En we denken ook: veel diverser nog dan we ons nu kunnen voorstellen. Ook omdat er ongemerkt al veel soorten nagenoeg zijn verdwenen en mogelijk nog kunnen terugkeren. We geven hier een gevarieerde lijst met het advies om zo mogelijk voor biologische bollen en planten te kiezen en veel bloeiend’s door het seizoen heen te creëren. Dan nog de tip: plant vooral enkel-bloemige en oorspronkelijke soorten, want gevulde bloemen daar kunnen de bestuivers niet bij, en gekweekte vormen leveren niet altijd zoveel nectar. En maak de tuin dan niet te netjes.

Interesse? De volgende 4 websites geven een nog veel uitgebreider betoog voor inheems of je kunt bv op bloemkleur zoeken of op de vlinder- en bijensoorten die je graag naar je tuin wilt lokken:

https://plantenvanhier.nl/vlinderplanten.html

https://www.vlinderstichting.nl/vlinders/tuinieren-voor-vlinders/vlinderplanten

https://bladmineerders.be/nl

https://bijenstichting.nl/top-10-drachtplanten-voor-bijen/

Als je een ware kraamkamer in je tuin wilt creëren kun je natuurlijk waard- en voedselplant voor soorten op elkaar afstemmen. Alhoewel de meeste beschreven planten redelijk beproefd zijn in Nederland is het mogelijk dat toch niet alles het vanzelfsprekend ook doet op (nat) veengrond. Om teleurstellingen te voorkomen is het raadzaam om standplaats (zon /schaduw) te bepalen en evt de grond te verbeteren en op te hogen met compost.


Plantenlijst

De lente bloeiers voor de eerste nectar:
Bloembolletjes, wild Bosviooltje, Elfenbloem, Hartlelie (Hosta), Helleborus, Holwortel, Hondsdraf, Judaspenning, Maarts Viooltje, Pinksterbloem, Primula, Vleesbes (zoete Buxus), Winteraconiet, Winterheide, Winterjasmijn, Wilde Hyacint, vroeg bloeiende lage Smeerwortel, Wilg, Winteraconiet, Sneeuwklokje, Sneeuwbal, Stinkend nieskruid, Toverhazelaar.

Struiken en bomen:
Azalea, Boeren Jasmijn, Egelantier, Fruitbomen, Gelderse Roos, beklierde Heggeroos, Hulst , Gewone Vogelkers, wilde Liguster, Linde, Mahoniestruik (niet inheems), Kastanje, Krent, Rode Kornoelje, eenstijlige Meidoorn, tweestijlige Meidoorn, Rododendron, Toverhazelaar, Vlinderstruik, Viburnum, Vlier, Vuilboom, Wegedoorn, Wilg, Winterjasmijn, Wisselbloem, Zuurbes, afgevallen blad en dood hout, laten liggen.

Zomer en herfst: 
Adderwortel, Agrimoni, Akelei, Alant, Andoorn, herfst Aster, Zee Aster, Reuzen balsemien, Barbarakruid, Beemdkroon, Berenklauw, Biggenkruid, Brandkruid, Wilde Bertram, Blauwe Regen, Boerenwormkruid, Borage, Brunel, Calendula, Campanula, Crocosmia, Dahlia, Damastbloem, Digitalis, Dopheide, Dovenetel, Dropplant, Duifkruid, Duizendblad, Engelwortel, Ezelsoor, Geitenbaard, Gewone Guldenroede, Hemelsleutel, Ijzerhard en andere Verbena’s, Jacobskruiskruid (woekert), St Janskruid, Kaasjeskruid, Grote Kattenstaart, Kattenkruid, Kastanje, Oost Indische Kers, Klimop, Koekoeksbloem, Koninginnenkruid, Klaver: Rolklaver, Honingklaver, Rupsklaver, Witte en Rode Klaver, Knoopkruid, Kogeldistel, Kompasplant, Koolzaad, Grote Korenbloem, Lathyrus, Lavendel, Leeuwentand, Lieve Vrouwe-Bedstro, Longkruid, Look zonder Look, Maagdenpalm, Malva, Margriet, Meisjesogen, Monarde, Moerasspirea, Monnikskap, Munt soorten, Muizenoor, Muskuskaasjeskruid, Muurbloem, Nachtschade, Nagelkruid, Oregano, Paardebloem, Phacelia, Papaver, bloeiende Peen, Phlox, Grote Pimpernel, Salie-soorten, Smeerwortel-soorten, Slangekruid, Sporkenhout Teunisbloem, Tijm, Toorts, Prikneus, Pronkerwt, botanische Rozen, Wilde Reseda, Wilde Ridderspoor, Rozemarijn, Valeriaan, Rode Valeriaan, Vergeet mij Nietje, Voorjaarszonnebloem, Verbena-soorten, Vetkruid, Ruige Weegbree, Walstro, grote Vogelwikke, Rode Zonnehoed, Zonnekruid, Zonnebloem, Toorts, Zandblauwtje, Zeepkruid, Kruipend Zenegroen, Zonnehoed, een rommelige tuin, stenen en grassen, waterbadje.

Waardplanten: 
Distels bv ook Kardoen en Kaardebol, Grote Brandnetel, Kleine Brandnetel, Koolplanten en andere kruisbloemigen (Barbarakruid, wilde Rucola, Radijs, Herik, Damast, Mosterd, Pinksterbloem) , Oost Indische Kers, Look zonder Look, Vuilboom, Venkel, Peen, Dille, Pastinaak en andere schermbloemigen, Klimop , Struik Heide , Hulst, Schapenzuring, Veldzuring, Klaversoorten zoals Hopklaver, Kleine Klitwortel, Kaasjeskruid, Hop, Iep, Aalbes, Silene, Korstmossen, Algen, mossen, dood hout en herfst blad, Wilg, Hulst, Wegedoorn, Klimop, Bosviooltje, Grote Kattenstaart, Rood Zwenkgras, Struisgras.

Nachtvlinders: 
Aardpeer, Agrimonie, Zee-Alsem, Amarant, Appel, Averuit, Absinth-Alsem, Azalea, Stinkende Balote, wilde Bertram, Bieslook, Brilkruid, Bosanemoon, Berk, Brem, Breekvaren, Bolderik, Els, Esdoorn, Engelen Trompet (potplant), witte Dahlia, Damastbloem, Duindoorn, Duizendguldenkruid, Distel, Dotter, Dravik, Dwergmispel, Duizendblad, Fluitenkruid, Grote Engelwortel, Ganzevoet, Goudveil, Hazelaar, Ruige Heemst, Haagbeuk, Hazelaar, Haver, Heksenkruid, Herderstasje, Hondsdraf, Hokjespeul, Hulst, Karwij, Klimop, Wilde Kamperfoelie, Kers, Krentenboompje, Koolzaad, Lavendelhei, Liguster, Look zonder look,Meidoorn, Mierikswortel, Mirabillis, Monnikskap, Moerasspirea, Muskuskruid, Nagelkruid, Nacht Koekoeksbloem, Nicotiana, Oleander, Ossentong, Paardenkastanje, Papagaaienkruid, Prei, Pruim, Sleedoorn, Spiesmelde, Teunisbloem, Tuinmelde,(uitheems),, Struisgras, Silene, Zevenblad, Vrouwenmantel,witte Schildzaad, Kattenstaart, Valkruid, Ui, Vuurdoorn, Wolfskers, Wilgenroosje, Quinoa, Wolfsmelk- soorten, Zandhoornbloem, Zeekool, Zegge.