Het bodemleven

Marc Siepman is de vertaler van de boeken: ‘Het bodem voedselweb’ en ‘Mycorrhrizale schimmels’ van Jeff Lowenfield. Hij zet zich in voor een gezonde planeet waarin gezond voedsel, lucht en water weer toegankelijk zijn voor iedereen. Hij geeft cursussen
( Humisme ), lezingen over systeemdenken, permacultuur en economie. En persoonlijk ben ik een groot fan van zijn zienswijze; hij schrijft inspirerend én eenvoudig mooi, en begrijpelijk.

Ik ga hier zo goed mogelijk (in zijn idee) verwoorden wat het belang is van het bodem- leven en hoe het in grote lijnen werkt. Gelukkig is het bodemleven de laatste tijd weer in de belangstelling en de informatie strooit zich om je oren, tenminste als je kijkt.

Leonardo da Vinci schreef: “ we weten meer over de beweging van de hemellichamen dan over de bodem onder onze voeten.’ Maar gelukkig komt daar verandering in, en zijn steeds meer mensen zich bewust van de miljarden organismen die zo’n grote rol spelen in de mogelijkheid van al het leven op Aarde.

Tijgerwormen

Gezondheid is niet de afwezigheid van ziekten of de ziekteverwekkers….
Gezondheid bestaat bij de gratie van de complexiteit die voortvloeit uit een schier oneindige hoeveelheid relaties in een onvoorstelbare diversiteit. Een gezond ecosysteem is niet vrij van ziekteverwekkers, integendeel. Zonder organismen die andere organismen prikkelen zouden er geen afweermechanismen bestaan. Zijn er in planten geen afweer mechanismen dan krijgen we deze via de voeding dus ook niet binnen.

Als we een plant eten die blootgesteld is aan natuurlijke elementen zoals ziekteverwekkers dan bevat deze de voedingswaarde die we nodig hebben. Hierbij gaat het niet om enkele vitaminen en mineralen die we al kennen maar om duizenden stofjes waarvan we nog niet weten welke rol ze spelen. Als er binnen in een complex ecosysteem een ziekte opduikt zorgt de biodiversiteit er voor dat dit in toom gehouden wordt en veroorzaakt dus nooit grote problemen. Als wij mensen een gezonde bevolking willen, hebben we dus een gezonde planeet nodig. Voor een gezonde planeet is biodiversiteit nodig zodat er meer relaties zijn. Tot die relaties behoren symbiotische parasitaire en trofische relaties en van alles daartussen. Het menen dat iets goed of fout is komt voort uit de controledwang van het westerse denken. We zijn bang voor virussen, schimmels en bacteriën maar het feit is dat ze onmisbaar zijn voor een gezonde planeet. Dit maakt dat we minder gezond makende relaties hebben en meer ziekmakende. Ziekte is zelf geen probleem maar wel een symptoom van een soms groter probleem…

De onderliggende oorzaak van het probleem is dat we in een illusie leven van de afgescheidenheid, nl dat wij mensen niet tot de natuur behoren. Maar je kunt vanuit een nieuwe gedachte een positieve invloed uitoefenen op je groene omgeving. Vanuit het begrijpen van het geheel.

Je kent de term voedselketen wel: vogel eet vis, vis eet alg en alg eet zonlicht. Het klopt , alleen: het is een enorme versimpeling van de realiteit. Want organismen eten meerdere organismen. Het is dus geen rechtlijnige tekening maar ingewikkeld web. Hoe meer relaties, hoe stabieler het ecosysteem.

De bekendste bodembewoners zijn wormen, mollen, aaltjes, emelten, kevers. De meest geliefde is de regenworm maar alle anderen, slakken, pissebedden, ook de onzichtbare bacteriën, schimmels, nematoden en virussen hebben alle! een bodemstructuur verbeterende functie zodat water en lucht kunnen door dringen. Deze zijn van levensbelang voor de planten struiken en bomen die er groeien. En ze zijn het voedsel voor elkaar… en de zoogdieren en vogels op de grond.

De zogenaamde ongedierten en onkruiden zijn organismen die zich op een plek bevinden waar jij ze niet wilt hebben. Alleen: ze doen wat ze moéten doen: het ecosysteem helpen gezonder maken. Behalve dat deze organismen de bodem verbeteren, zorgen ze via een lang web voor het al het voedsel voor onze planten. (Geef ze dus jaarrond mulch te eten, dat tevens de bodem vochtig houdt!)

Dank zij de kleefstoffen die al deze organismen afscheiden kan er zuurstof en water in de bodem komen. (dus je hoeft niet te spitten, liever niet zelfs.) Schimmels reiken met hun draden meterslang onder de aarde om voeding naar boven te halen. En: 80-95 % van alle planten en bomen gaan een symbiose aan met schimmels, beide kunnen niet (goed) leven zonder elkaar. Deze heilzame samenwerking is niets nieuws maar verdient weer de aandacht. Ik noem deze mycorrhiza speciaal omdat deze de verbindingen met planten leggen. Myco betekend in het latijn: schimmel. Rhizo betekend: wortel. Kort gezegd: de schimmeldraden gebruiken de energie van planten om te kunnen groeien via de wortel van de plant. Planten maken via de fotosynthese zuurstof uit zonlicht. Een bijproduct zijn de suikers en eiwitten die ze naar hun wortelpuntjes vervoeren om de schimmel te voeden. De schimmel gebruikt deze energie om diep de grond in te groeien en voeding als mijnwerkers op te diepen. Soms moeten ze deze eerst vrijmaken, uit gesteenten, of losgemaakt uit chemische verbindingen, fosfaat is bv een essentieel voedingstof die door bacteriën wordt vrijgemaakt uit een chemische verbinding met calcium en ijzer en vervolgens via de schimmeldraden vervoerd wordt naar de plant en mn dáár waar een schaarste is aan dit nutriënt. Dus van een plek met te veel naar een plek met te weinig. En altijd met behulp van bacteriën.

Exudaten. Dus aan het wortelpuntje van de plant vind de uitwisseling plaats van de zogenaamde exudaten. In het exuderen rondom de wortel, de rhizosfeer, worden vele organismen, ook grotere zoals aaltjes, pantoffeldiertjes en amoeben, die zich weer met de kleinere voeden, aangetrokken. Bij ziekten maakt de plant exudaten die ziekmakende bacteriën afremmen. Ook ruimen bacteriën ziekteverwekkers op maken sommige schimmels een penicilline waar nodig. Dat hebben wíj́ dus niet bedacht.

Al 400-450 miljoen jaar geleden toen de eerste voorlopers van de korstmossen het land koloniseerden konden deze moeilijk aan mineralen zoals fosfor, fosfaat en stikstof komen omdat hun wortels nog nauwelijks ontwikkeld waren. Toen in die tijd is de symbiose tussen plant en schimmel al ontstaan. Mycorrhizale schimmels vergroten het worteloppervlak van de plant met een factor 700-1000 en beschermen de plant ook tegen ziekten en gifstoffen.

Mycorrhizale schimmeldraad met sporen

Ook kunnen planten en bomen dmv het schimmeldraden netwerk, dat een soort internet vormt (maar dan intelligent, zelf reparerend en zelf organiserend) met elkaar communiceren. Ze kunnen elkaar waarschuwen voor insectenvraat (zodat 100 meter verderop de blaadjes sluiten of afweerstoffen worden aangemaakt).

Bomen kunnen zelfs koolstof uitwisselen via hun internet waardoor ze niet met elkaar hoeven concurreren om zonlicht. Wat een teamwork!

Hoewel intelligentie nog steeds iets is wat we liever niet aan andere organismen toeschrijven dan onszelf, geef ik een voorbeeld van intelligent gedrag. De slijmzwam.

Een slijmzwam is een eencellig organisme dat in de bodem leeft. Sommige slijmzwammen komen op een gegeven moment met tienduizenden bovengronds samen in een plasmodium. Dit is een samenklontering van cellen dat zich als één organisme gedraagt. Als je een plasmodium in vieren snijdt, komen de delen gewoon weer samen en gaan verder alsof er niets aan de hand is.

Slijmzwammen hebben geen centraal zenuwstelsel of hersenen, toch vertonen ze ongelofelijk intelligent gedrag. Als je voedsel in alle steden van de kaart van Nederland zou leggen, dan zou de slijmzwam deze niet alleen vinden, maar hij zou verbindingen leggen tussen die steden. Niet zomaar willekeurig, hij zou het meest efficiënte (spoor)wegennet voor je ontwerpen. Dit zelfde gedrag wordt bij schimmels waargenomen. Als we deze slimme systemen hun werk laten doen, dan hoeven we niet als enige soort de planeet leefbaar te houden. Dan hebben we ziljoenen medestanders, die, als we ze ongestoord hun werk laten doen, kunnen helpen vervuiling op te ruimen en de balans weer te herstellen. In complexe samenwerkingsverbanden kunnen ze dingen doen die voor ons op wonderen lijken en voor mezelf: het lijkt wel bijna op science fiction.

Als je eenmaal erkent dat intelligentie niet alleen een menselijke eigenschap is dan ga je het overal om je heen zien. In een theelepeltje grond uit je eigen tuin bevinden zich miljoenen van dit soort wonderen.
Het is maar dat je het weet.

Met een hele diepe buiging naar beneden,

Ada